8 september 2012 Terug naar de Korendijkse Slikken
8 september 2012 Terug naar de Korendijkse Slikken
Elk jaar zijn er een aantal dagen dat je weet dat het fantastisch wordt en dat je het liefste heel de dag buiten wil zijn. Vandaag is zo’n dag.  Zo’n heerlijke septemberdag. Beetje nevelig in de morgen en zeer aangename temperaturen van net boven de 20°C. Als ik ’s morgens om half zes uit het raam naar het oosten kijk zie ik een mooie driehoek aan de hemel staan: Jupiter, halve Maan en de ster Aldebaran.  Vanmorgen ga ik terug naar de Korendijkse Slikken, waar ik een week of drie geleden ook was. Maar nu wil ik verder dit gebied in. Ik wil er ook voor zonsopgang zijn, zodat ik de Zon op zie komen boven de Slikken.  Ruim op tijd vertrek ik en onderweg rij ik regelmatig door mist flarden. Niet te hopen dat het erger wordt, anders zie ik weinig. Maar gelukkig is de westkant van de Hoekschewaard mist vrij.  Net voor zonsopgang ben ik aan de Westdijk onder Goudswaard en bij de ingang van de Slikken. Ik loop langs het brede water naar achteren  en passer vier schapen, die netjes naast elkaar lopen te grazen. De Zon komt schitterend achter een kleine wolkenband te voorschijn en strooit z’n eerste stralen over het water.
Ik kom weer uit bij de twee molentjes en ga het bruggetje over.  Het is hier onduidelijk welk pad ik het beste kan nemen. Nou ja pad, het zijn niet echt paden. Je volgt meer de sporen, die de runderen gelopen hebben. Ik besluit zo’n spoor te volgen en dat loopt eerst richting het westen en buig later af naar het zuiden. Onderweg zie ik overal de heemst en guldenroede bloeien. Ook zie ik een roodborsttapuit. Op een gegeven moment wordt het spoor wat onduidelijker en moet m’n eigen weg maar wat zoeken. Uiteindelijk kom ik uit bij het water en heb uitzicht over het brede Haringvliet. Er zitten tientallen zwanen op het water en ik hoor en zie er regelmatig een paar overvliegen. Ook zie ik regelmatig een zilverreiger voorbij komen. Het lijkt of het bewolkt wordt. De Zon verdwijnt af en toe een tijdje.  De wolken drijven  over en na een tijdje komt de Zon weer helemaal terug.

Er moet hier ook ergens een trekpontje liggen, maar ik heb al snel in de gaten dat dat hier niet ligt.
Ik ga eerst maar eens op zoek naar de vogelhut, die ook nog ergens moet zijn. Ik volg een vaag pad en krijg na enige tijd de hut in de gaten. En na wat vlonders te hebben gepasseert kom ik bij de vogelhut aan.  Op het info bord onderaan de voet kan ik lezen wat hier zoal te zien kan zijn. De ingang van de vogelhut wordt verspert door tientallen spinnen. Als ik goed buk kan ik erin zonder ze te storen.  Omdat de hut hoger op de dijk sta heb ik mooi uitzicht over de omgeving. Ook de runderen zijn  hier geweest er liggen een aantal vlaaien in de hut. Ze kunnen de ene kant van de hut in en aan de andere kant er weer uit. Zouden ze ook even door de luikjes kijken?
Waar is dat pontje nou? Ik wil het graag vinden en ga dus weer op pad. M’n oog valt op een mooi klein blauw lipvormig bloemetje. Voor mij onbekend, ik maak er een mooie foto van, zodat ik thuis op kan zoeken wat het is. Ik passeer een mooie wilgenboom en houd wat links aan. Het is er bijna ondringbaar door de hoge begroeiing.  Iets verderop hoor ik ineens geritsel en  springt er een  bruine ree hoog op en gaat er met een aantal krachtige sprongen snel vandoor.  Daar gaat je hart toch even sneller van kloppen.  Na wat moeite kom ik uit bij een brede vliet, waar een bootje voor anker ligt. Ook zie ik een half gezonken bootje en zie ik wat verderop het trekpontje. Langs de waterkant loop ik naar het trekpontje en trek mezelf naar de overkant. In het water zie ik heel veel vissen, die net even gedeeltelijk boven het water uitspringen. Aan de overkant is het nog even oppassen, omdat tussen het aanlegsteigertje en de vaste wal een enorm gat zit. Ik was al door hoge begroeiing gelopen, maar hier is het nog een stukje hoger. Mijn fototoestel moet ik boven m’n hoofd houden om het droog te houden. Tot ver boven m’n middel ben ik nat en m’n voeten soppen in m’n laarzen. Ondanks dat is het hier zeer de moeite waard, want het is een gele zee van bloeiende guldenroede. Uiteindelijk kom ik uit bij wat lagere begroeiing en wat struiken en heb weer uitzicht over het Haringvliet. Ik zie ook dat ik nog niet bij het westelijkste puntje ben, maar voor vandaag vind ik het goed zo. Dat bewaar ik dan nog maar voor een andere keer. Als ik weer terug ga richting het pontje gaat er net een lepelaar over me heen. Wat me verder opvalt is dat hier de tjiftjaffen zingen alsof de lente net is uitgebroken. Ook andere vogels kwetteren er heerlijk op los. Weer terug gekomen bij het pontje zie ik dat de bewoners van het voor anker liggende bootje ook zijn ontwaakt. Weer terug aan de overkant ga ik opzoek naar de kortste route terug. Dat lukt aardig. Eerst passeer ik de vogelkijkhut en neem een wat breder en beter zichtbaar pad richting de uitgang. Onderweg zie ik een mooie struik vol rozenbottels en een struik vol andere rode besjes. Rechts van me hoor ik weer geritsel en steekt een witte koe z’n kop door de begroeiing. We schrikken alle twee, kijken elkaar even aan, de koe draait zich om en gaat er snel vandoor.  Ik vervolg m’n weg en kom weer uit bij het bruggetje, waar net een aantal karpers onderdoor zwemmem. Op het graspad langs de brede vliet valt m’n oog op een geraamte van een dier. Ik kijk even goed en zie  dat het een zoetwaterkreeft is geweest. Een stukje verderop passeer ik weer de vier schapen, die nog steeds keurig naast elkaar aan het grazen zijn. Zo komt er einde aan een heel mooi begin van deze mooie zaterdag.

Bij het openen van deze pagina hoor je de geluiden, zoals ik ze hoorde in de Slikken. Druk op F5 om ze nogmaals te horen.


Mooie blauwe bloemetje is Glidkruid


HIER kan je lezen dat het niet altijd lukt om bij het pontje te komen


Ik was hier eerder op 12 augustus 2012