25 april 2010 Oude Land van Strijen
25 april 2010 Oude Land van Strijen
Alweer de derde mooie zondagmorgen oprij. Dus alweer zo’n mooie morgen om er op uit te trekken.
De natuur wordt iedere week mooier. Steeds meer bomen komen in bloei en alles wordt groener en groener.  Vooral de Japanse kersen gaan nu opvallen en staan bijna in volle bloei.

Gisteren reden we van Strijen Sas naar Mijnsheerenland en  zag  het Oude Land van Strijen in de Zon liggen en dacht toen aan deze morgen om daar eens heen te gaan.

Na een mooie zonsopkomst bij het strandje van Mijnsheerenland kom ik via Westmaas, de Munnikenweg op de Ritselaarsdijk met de appelboompjes. De bloemetjes zijn nog dicht, maar niet voor lang meer zo te zien. Wel bloeit al het gele koolzaad en ook het eerste fluitekruid bloeit.
Ik ga gelijk rechtsaf de Groeneweg in. Waar precies het Oude Land van Strijen begint weet ik niet, maar voor mij begint het vanmorgen hier. Als ik in deze tijd van het jaar dit rechte weggetje in ga weet ik dat ik hier de veldleeuwerik ga horen, de gele kwikstaart en de graspieper  ga zien. Ook nu klopt dit gelukkig weer. Het horen van de veldleeuwerik geeft altijd zo’n zomers gevoel; past perfect bij deze morgen. Maar er is nog meer vanmorgen; uit het slootje rechts naast de weg vliegt een lepelaar op. Links in een brede sloot staat links en rechts geel riet. In dit riet zitten weer veel rietzangers. Ik krijg er één in de gaten met de verrekijker. Mooi om hem zo uitbundig te zien zingen. Ook vliegt er een rietgors uit het riet op. Halverwege ga ik het verharde pad op naar links. Op het einde blijf ik bij het hek even kijken. Er zijn door Staatsbosbeheer afgelopen tijd veel bordjes geplaatst met de tekst: “Kwetsbaar gebied, geen toegang”. Ik zou veel van deze bordjes tegenkomen deze morgen. Veel geluid van ganzen hier en er vliegt een buizerd over de weilanden. Ook hier stijgt uit de rietkragen veel vogel geluid op.  In de sloot, helaas, ook een dode reiger.
Ik ga weer terug naar de Groeneweg en passeer daar een berg grond ,waar diverse vogels opzitten: witte kwikstaart, gele kwikstaart en een vogel, die ik niet zo snel herken. Maar als ie opvliegt herken ik hem aan z’n zwart-witte staart: tapuit.

Ik ga op het eind links af de Hoekseweg op. Aan deze weg zie ik de eerste grutto van deze morgen, er zullen er nog vele volgen in de weilanden.  Het viel me nu pas op dat ze in de lucht hun eigen naam roepen. Dat was me geloof ik nooit eerder opgevallen.

Gisteren zag ik de eerste boerenzwaluw. Vandaag zie ik ze al veel vaker. Ik probeer er één van dichtbij op de foto te krijgen, maar net als ik wil afdrukken is ie verdwenen. Dat overkomt me wel vaker. Ook als ik een vogel met de verrekijker wil bekijken vliegt ie meestal net weg als ik hem in beeld wil krijgen.
Ik sla het grindpad in dat langs de kartbaan komt. Er is een flinke laag nieuw grind aangevoerd; het fiets lastig, maar ziet er wel mooi uit. In de sloot veel wilde eenden en futen. Ze hebben alle twee een andere manier  om zich van mijn aanwezigheid te ontdoen: de eenden vliegen snaterend weg en de futen duiken onder water om op een heel andere plaats weer boven te komen. Op het eind steek ik de Molenweg over en ga het volgende grindpad op. Boven de brede sloot rechts vliegen diverse visdieven opzoek naar een lekker hapje.
Halverwege dit pad stop ik bij een brede sloot, die rechts het land in gaat.  Wat verder op aan de  slootkant zitten twee watervogels, die ik niet herken.  Bruinrode kop en grijs-wit lijf. Ik denk dat ik een bijzonder soort zie, maar thuisgekomen zie ik dat het een smient is; de talrijkste eend op de wilde eend na. Onbegrijpelijk dat ik deze nooit eerder heb gezien. Tussen de smienten zitten ook een aantal krakeenden en er staan grote Canadese ganzen langs de kant.
Links in het weiland zitten een aantal lepelaars. Hier staat gelukkig geen bordje: “geen toegang”, dus probeer ik wat dichterbij te komen. Het lukt aardig en kan ze goed op de foto krijgen. Uiteindelijk vliegen ze toch op. .  
Ik ga terug en via de Molenweg, waar ik nog een aantal tapuiten en een bruine kiekendief zie. In het gras liggen heel veel veertjes van een duif, misschien wel prooi geweest van de kiekendief. Ook zit er hier een zwaan op z’n nest.  Op het eind staan en liggen links een aantal koeien in de wei. Rechts zijn ook koeien met daartussen een aantal kalfjes. Via de Oudendijk ga ik weer terug naar huis. Vanuit het westen zijn de eerste wolkensluiers al te zien.  Het zal niet zo’n zonnige dag worden als gisteren, maar deze morgen is fantastisch begonnen.

Bij het openen van deze pagina luisterde je naar de veldleeuwerik (druk op F5 om hem nogmaals te horen)